Onderwijs en samenleving

´Als het in de maatschappij regent, giet het in de school´, schreef socioloog Kees Schuyt in ´Het onderbroken ritme´, de Kohnstammlezing van 2001. Daarmee geeft hij haarscherp aan hoezeer onderwijs en samenleving met elkaar verbonden zijn.

School is een van de belangrijkste fundamenten voor het functioneren van een samenleving. Samenlevingen die veel geld investeren in onderwijs zijn samenlevingen waar het welzijns- en welvaartsniveau over het algemeen heel hoog liggen. Helaas is in Nederland heel lang de gedachte geweest dat onderwijs alleen geld kost in plaats van dat het een investering is. Dat is gelukkig veranderd. Inmiddels staat het onderwijs volop in de maatschappelijke en politieke belangstelling. De verwachtingen zijn hoog. Dat is begrijpelijk. De maatschappelijke belangen die met onderwijs gemoeid zijn, zijn steeds groter. En dus hebben allerlei ontwikkelingen, gewild of ongewild, ertoe bijgedragen dat in de school de focus ligt van uiteenlopende maatschappelijke wensen. Ook daarop doelde Schuyt met zijn uitspraak. Groeiende tweedeling in de samenleving? Onderwijs moet de oplossing bieden. Toenemende problemen met overgewicht bij jongeren? We voeren lessen gezondheid in op school enzovoort. Schuyt is van mening dat die maatschappelijke claims op onderwijs geen recht doen aan de autonome opdracht van onderwijs, volgens Bonaventura/CVHO:

Kinderen voorbereiden op deelname aan de samenleving met het oog op het leren en later uitoefenen van een beroep en om een volwaardig burger te worden die kan functioneren in de samenleving. Maar bovenal om uit te groeien tot een uniek persoon die zelf keuzes kan maken.

Scholen staan dan ook steeds vaker voor lastige keuzes. Wel of geen rekening houden met de verschillende maatschappelijke claims of proberen er op een verstandige manier mee om te gaan. Dat lukt meestal alleen als de school een duidelijke eigen visie heeft geformuleerd op onderwijs.

In een recent advies van de Onderwijsraad worden drie modellen gepresenteerd om met de maatschappelijke vragen en wensen die scholen op zich af zien komen, om te gaan. De multifunctionele school is de ‘maximumvariant’, dat wil zeggen, probeert een antwoord te vinden op die vragen. De school verbreedt haar doelstellingen en doelgroepen en pakt naast haar wettelijke onderwijsfunctie ook andere functies en bijbehorende taken op, zoals ontspanning en opvang. Daarmee is de school een brede maatschappelijke instelling die naast onderwijs allerlei andere ‘diensten’ aanbiedt. De ‘sobere’ school focust op de wettelijke functie van het onderwijs. De netwerkschool is een tussenvariant die de potentie heeft om de sterke kanten van beide andere varianten te combineren.