Opleidingen

Als je docent wilt worden is de meest voor de hand liggende weg een studie aan de pabo of een van de tweedegraads lerarenopleidingen. Voor een eerstegraads bevoegdheid kun je een vervolgstudie kiezen. Maar je kunt ook als zij-instromer aan de slag.

Pabo is de afkorting van pedagogische academie basisonderwijs, zoals de Pabo vroeger heette. Nu wordt formeel de term opleiding tot leraar basisonderwijs gebruikt. De pabo duurt vier jaar en wordt in een groot aantal hogescholen aangeboden. Je wordt toegelaten met een havo-, vwo-, of mbodiploma.. In het eerste jaar loop je al stage op een school, om de praktijk van dichtbij te ervaren. De propedeuse is vooral een oriënterend jaar, waarin je zicht krijgt op het beroep van basisschoolleraar. Je volgt een aantal basisvakken, zoals rekenen, taal en onderwijskunde. In het eerste jaar krijg je ook een taal- en rekentoets, om vast te stellen of je over voldoende taal- en rekenvaardigheden beschikt om de opleiding te volgen. In de volgende drie jaar van de opleiding krijg je te maken met een verdere verdieping op het gebied van vakinhoud en didactiek. Je kunt je in de loop van de opleiding specialiseren in een bepaalde leeftijdsgroep. Het laatste jaar ga je als leraar-in-opleiding aan de slag op een school. Tussen de Pabo´s en in hun onderwijsprogramma’s is er veel variatie.

Met een tweedegraads bevoegdheid kun je lesgeven in de eerste drie jaar van het havo en vwo (de onderbouw), in het vmbo en in het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. De tweedegraads lerarenopleiding is een studie op hbo-niveau en duurt vier jaar. Om toegelaten te worden heb je een havo-, vwo- of mbo niveau 4-diploma nodig. Vakinhoudelijke kennis speelt een belangrijke rol, maar tijdens de opleiding is er ook aandacht voor schoolbrede onderwerpen. Tijdens het laatste jaar van de studie ga je als leraar-in-opleiding (lio) aan de slag op een school. Om in de bovenbouw van havo en vwo les te mogen geven, heb je een eerstegraads bevoegdheid nodig. Als je over een diploma beschikt van een bachelor die aansluit op een schoolvak, kun je een zogenoemde kopopleiding volgen. Daarmee zet je een 'kop' op je studie, zodat je een tweedegraads lesbevoegdheid hebt. Zo'n éénjarige kopopleiding bereidt je voor op het leraarsvak en richt zich op didactische en onderwijskundige vaardigheden. Vakinhoudelijke kennis word je geacht in huis te hebben.

Met een eerstegraads lesbevoegdheid kun je lesgeven in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Dat zijn de klassen 4 en 5 van het havo en 4, 5 en 6 van het vwo. Een eerstegraads bevoegdheid is voor een aantal vakken zowel op de universiteit als op het hbo te halen. Een eerstegraads bevoegdheid op hbo-niveau betreft algemene vakken, zoals de vreemde talen. Je moet dan wel eerst de tweedegraads bevoegdheid hebben gehaald. Voor de meeste vakken geldt dat je je eerstegraads lesbevoegdheid via een universitaire opleiding moet behalen. Vereist is een afgeronde universitaire bachelorstudie op het vakgebied waarin je wilt lesgeven.