Professionaliteit van de leraar

De laatste jaren wordt veel gesproken over de professionaliteit van de leraar. Dan lijkt het vooral te gaan om de vraag hoe een leraar een professional (= erkend beroepsbeoefenaar) kan worden. Daarbij wordt gemakshalve voorbij gegaan aan het feit dat vele duizenden leraren al jaren zulke gekwalificeerde beroepsbeoefenaars zijn, en dat in niet altijd makkelijke omstandigheden. De laatste decennia is het onderwijs, net als de samenleving, voortdurend in beweging geweest. Externe deskundigen en politieke beslissingen hebben lange tijd de vorm en inhoud van het onderwijs bepaald. Schaalvergroting en budgettaire beperkingen hebben niet bepaald bijgedragen aan een leraarvriendelijk klimaat.

Al jarenlang vragen leraren(vak)organisaties (www.platformvvvo.nl, www.aob.nl,www.cnvo.nl) aandacht voor de rol en positie van de man en vrouw voor de klas. Onder druk van dreigende lerarentekorten zijn lerarenopleidingen laagdrempeliger geworden en zijn alternatieve trajecten om leraar te kunnen worden ontwikkeld. Dat heeft niet altijd tot optimale resultaten geleid. Er is momenteel een zeer divers gezelschap werkzaam op een gemiddelde school, van traditioneel hoogopgeleiden tot onbevoegden, al of niet bezig met een opleiding. En in deze situatie klinkt de roep om professionaliteit….

Uit onderzoek blijkt dat investeren in opleiding en kwaliteit van leraren de meest succesvolle aanpak is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. “Teachers matter,” schreef de OECD in 2004. Leraren maken het verschil. In het voorjaar van 2008 tekenden bonden, ministerie en werkgevers het Convenant Leerkracht (www.rijksoverheid.nl/documenten/convenanten/2008/04/16/convenant-leerkracht-van-nederland). Daarin is de Lerarenbeurs geregeld, is geld toegezegd voor een betere doorstroming naar hogere salarisschalen en zijn afspraken gemaakt om de professionele ruimte voor leraren te vergroten: leraren moeten meer te zeggen krijgen over hun eigen werk.

In een tijd van machtig geworden bestuurders en managers levert zo’n ambitieus programma veel weerstand op. Op heel wat scholen wordt daarom geprobeerd de ´schade´ te beperken. Zo wordt de toegang tot hogere salarisschalen soms belemmerd door irrelevante criteria voor promotie. Vaak wordt wel het geld voor de lerarenbeurs ontvangen, maar krijgt de docent geen tijd om te studeren, een duidelijk vereiste in de regeling. En op heel wat scholen krijgen leraren nog steeds geen toestemming voor nascholing naar eigen keuze, onder verwijzing naar budgettaire problemen of lesuitval.

Hoog tijd dus voor een nieuw elan. De meeste leraren zijn al professional. En als de vergelijking met andere beroepsgroepen wordt gemaakt wat de verantwoordelijkheid betreft (denk aan artsen, accountants, notarissen), dan moet ook de bij dergelijke beroepen horende professionele vrijheid worden gehonoreerd. Een professional mag namelijk zelf bepalen op welke manier hij zijn professionaliteit ontwikkelt, uiteraard binnen gepaste kaders. Dat gaat verder dan het vullen van een competentieportfolio, in opdracht van leidinggevenden! In het onderwijs is op dat punt nog een wereld te winnen…. (www.toponderwijs.nu)